Het is zover: 2014 is voorbij en we mogen 2015 verwelkomen. Wij zullen nieuwe ervaringen en gebeurtenissen tegemoet gaan, maar wij kunnen vrijwel zeker op één ding rekenen: het zwartepieten debat. Enerzijds zijn er degenen-- voornamelijk onder de blanke,autochtone Nederlandse bevolking -- die dit feest als een onherroepelijke, typische uitdrukking van de Nederlandse cultuur beschouwen; een verschijnsel waaraan niet gesjoemeld mag worden. Anderzijds heb je mensen--meestal van donkerere huidskleur -- die zich gekwetst voelen door een figuur die bekend staat voor zijn rol als knecht van een bebaarde blanke bisschop. De tegenstellingen tussen deze twee groepen kunnen behoorlijk oplaaien. Ik houd mijn hart vast als de taferelen die zich afgelopen november in Gouda hebben voorgedaan standaard worden. Men experimenteert met Pieten van uiteenlopende aard en het lijkt erop dat de enige, blijvende uiting van het Sinterklaasfeest de pietagent wordt: gewapend en gereed om rellen in de hand te houden en de openbare orde te handhaven. Zou dit wel anders kunnen?
Onwetendheid en syncretisme
De nu alom bekende Quicy Gario pleit voor een herziening van het Sinterklaasfeest; een viering zonder de gehekelde figuur. ‘Het Sinterklaasfeest bestond voor het koloniaal tijdperk en kan dan ook zonder de figuur verder’, stelde de actievoerder in een bezwaarschrift tegen de Sinterklaas intocht in Amsterdam in 2013. Tweede Kamerlid Joram van Klaveren schoot terug met een open brief aan Gario ‘Feit is echter dat Zwarte Piet nimmer een slaaf is geweest. Zwarte Piet is de Nederlandse uiting van een duizenden jaren oud archetype.’ en verder ‘De slavernij maakt daar echter geen deel van uit.’ Het verhaal verloopt echter niet zo simplistisch. De zwarte knecht mag van oorsprong geen slaaf zijn, maar dit doet niet af dat er geen racistische trekken in geslopen kunnen zijn. Het syncretisme waar van Klaveren het over heeft is per definitie dynamisch en neemt in de loop der tijd makkelijk andere vormen aan. Wat de oorsprong van Zwarte Piet ook mag zijn, het beeld van donkergekleurde mensen was bij de intrede van Zwarte Piet eenzijdig en doortrokken van blanke superioriteit en de diepe littekens die achtergelaten zijn door de transatlantische slavernij. Het is haast onmogelijk dat het beeld van Zwarte Piet hieraan ontsnapt is. Het is geen wonder dat M. C. Grünbauer het ongelijke taalgebruik tussen de Sint en de Piet aan de kaak stelde: ‘Sinterklaas komt uit Spanje, toch spreekt hij vloeiend Nederlands. ‘Maar hij wordt vergezeld door Pieten die hier ook al eeuwen komen en nog nooit behoorlijk Nederlands hebben leren spreken. Dus moeten ze wel heel dom zijn!’
Langs elkaar heen praten.
Vastegeroest in het eigen domein, draaft men door. Een genuanceerde kijk op het wereldbeeld van een ander ontbreekt en de hele discussie ontaardt vaak in naamroeperij en boekt weinig tot geen voortgang.
Tegenstanders van Zwarte Piet zouden er goed aan doen om na te gaan, waarom autochtone Nederlanders zich zo fel verzetten tegen een wijziging van het Sinterklaasfeest. Het draait hier niet alléén om Zwarte Piet; de hele traditie loopt het risico te verdwijnen volgens de voorstanders. 'Als Sinterklaas morgen met een paarse jas gaat lopen, is hij toch ook geen Sint meer?', luidde afgelopen jaar het ongemak van een Pepernotenhuis in Roosendaal. En dit terwijl er in historisch opzicht genoeg bewijzen zijn van een feest die voortdurend in beweging is. De contouren van zowel de knecht als de goedheiligman horen hierbij. Dat Zwarte Piet een kind niet meer in de zak moet stoppen, zou ik als vierjarige puk ontzettend op erg prijs hebben gesteld. Ik schrok me de pleuris toen ik dat meegemaakt had! Nee hoor, waar het hier om gaat is , naar mijn inziens, een vrees voor het verlies aan eigen cultuur onder de druk van de multiculturalisering; een van buitenaf opgelegde eis op het dierbare vaderland. Als het pleidooi van de tegenstanders breder ingang zal hebben, moet deze vrees het hoofd geboden worden. Anders zullen zij niet boven het imago van racismehuliers en venietigers van ‘onschuldige folklore’ rijzen.
Maar met voorstanders is het niet beter gesteld.NRC Handelsbald columnist Bas Heijne had de achilleshiel in hun argument goed in kaart gebracht: “De mentaliteit die erachter steekt zit dieper dan welke expliciete vorm van racisme dan ook. Het is de onwil om buiten de eigen kleine kring te kijken, zich rekenschap te geven van de beleving van anderen. (mijn cursivering)” Om maar een voorbeeld te noemen, kunnen wij de kwestie van Jasmine Sendar onder de loep nemen. Een anders aantrekkelijke vrouw mag omwille van haar kleur niet op de cover van Playboy verschijnen. Het zou volgens de mannentijdschrift niet goed te verkopen zijn onder het publiek. Wat uitermate frappant is is dat terwijl er een sterke nadruk is op het behouden van de donkere huidskleur van de Piet, een donkergekleurde vrouw blijkbaar moeite zou hebben om haar afbeelding te verkopen. De autochtone Nederlander moet eens flink de hand in eigen boezem steken en zich afvragen waarom de meest toegangelijke zwarte personage in de samenleving, één waarover de meesten in de bres zouden springen uit een gevoel voor traditie, een clownachtige figuur is. Diversiteit van kleur en karakter zijn ver zoek als de maatschappij op zo’n wijze met anderen handelt.
Vastegeroest in het eigen domein, draaft men door. Een genuanceerde kijk op het wereldbeeld van een ander ontbreekt en de hele discussie ontaardt vaak in naamroeperij en boekt weinig tot geen voortgang.
Tegenstanders van Zwarte Piet zouden er goed aan doen om na te gaan, waarom autochtone Nederlanders zich zo fel verzetten tegen een wijziging van het Sinterklaasfeest. Het draait hier niet alléén om Zwarte Piet; de hele traditie loopt het risico te verdwijnen volgens de voorstanders. 'Als Sinterklaas morgen met een paarse jas gaat lopen, is hij toch ook geen Sint meer?', luidde afgelopen jaar het ongemak van een Pepernotenhuis in Roosendaal. En dit terwijl er in historisch opzicht genoeg bewijzen zijn van een feest die voortdurend in beweging is. De contouren van zowel de knecht als de goedheiligman horen hierbij. Dat Zwarte Piet een kind niet meer in de zak moet stoppen, zou ik als vierjarige puk ontzettend op erg prijs hebben gesteld. Ik schrok me de pleuris toen ik dat meegemaakt had! Nee hoor, waar het hier om gaat is , naar mijn inziens, een vrees voor het verlies aan eigen cultuur onder de druk van de multiculturalisering; een van buitenaf opgelegde eis op het dierbare vaderland. Als het pleidooi van de tegenstanders breder ingang zal hebben, moet deze vrees het hoofd geboden worden. Anders zullen zij niet boven het imago van racismehuliers en venietigers van ‘onschuldige folklore’ rijzen.
Maar met voorstanders is het niet beter gesteld.NRC Handelsbald columnist Bas Heijne had de achilleshiel in hun argument goed in kaart gebracht: “De mentaliteit die erachter steekt zit dieper dan welke expliciete vorm van racisme dan ook. Het is de onwil om buiten de eigen kleine kring te kijken, zich rekenschap te geven van de beleving van anderen. (mijn cursivering)” Om maar een voorbeeld te noemen, kunnen wij de kwestie van Jasmine Sendar onder de loep nemen. Een anders aantrekkelijke vrouw mag omwille van haar kleur niet op de cover van Playboy verschijnen. Het zou volgens de mannentijdschrift niet goed te verkopen zijn onder het publiek. Wat uitermate frappant is is dat terwijl er een sterke nadruk is op het behouden van de donkere huidskleur van de Piet, een donkergekleurde vrouw blijkbaar moeite zou hebben om haar afbeelding te verkopen. De autochtone Nederlander moet eens flink de hand in eigen boezem steken en zich afvragen waarom de meest toegangelijke zwarte personage in de samenleving, één waarover de meesten in de bres zouden springen uit een gevoel voor traditie, een clownachtige figuur is. Diversiteit van kleur en karakter zijn ver zoek als de maatschappij op zo’n wijze met anderen handelt.
De (gewenste) ontknoping.
Anderhalf maand geleden deed een uit Nederland afkomstige collega een gepassioneerd verhaal over de toestand rond Sinterklaas op het continent. Als Caribisch-Nederlander, probeerde ik een steentje bij te dragen aan de uiteenzetting. Toen ik vertelde dat Sinterklaas blijkelijk vóór het einde van 18de eeuw geen knecht had en dat een zwarte knecht pas rond 1850 verscheen, stond de collega er versteld van. Het gesprek liep even vast om vervolgens weer aangewekt te worden met een oproep om “de dag te plukken”. Tja, dat is nou eigenlijk hét knelpunt. Het lijkt wel alsof een broodnodige brede discussie alleen maar rond 5 december mogelijk is. Afgezien hiervan is er, verhoudingsgewijs, minder diepgang of algemene bekendheid bij gesprekken die het ras en kleur verleden en verzoening behelzen. Nee, de gemoederen lopen pas op als het om Sinterklaas gaat. Een oude klasgenote zei laatst tegen mij dat een aanpassing van Zwarte Piet’s kleur neerkomt op een ‘kosmetische kuur’. Daar heeft zij gelijk in. Als de Sint richting Spanje terugvaart, zijn de geschminkte en bebaarde figuren weer alledaagse mensen die met de kern van de zaak geconfronteerd (zouden moeten) worden. Het belang van deze zou misschien de meeste mensen niet ontgaan als het elke dag Sinterklaas was.
Anderhalf maand geleden deed een uit Nederland afkomstige collega een gepassioneerd verhaal over de toestand rond Sinterklaas op het continent. Als Caribisch-Nederlander, probeerde ik een steentje bij te dragen aan de uiteenzetting. Toen ik vertelde dat Sinterklaas blijkelijk vóór het einde van 18de eeuw geen knecht had en dat een zwarte knecht pas rond 1850 verscheen, stond de collega er versteld van. Het gesprek liep even vast om vervolgens weer aangewekt te worden met een oproep om “de dag te plukken”. Tja, dat is nou eigenlijk hét knelpunt. Het lijkt wel alsof een broodnodige brede discussie alleen maar rond 5 december mogelijk is. Afgezien hiervan is er, verhoudingsgewijs, minder diepgang of algemene bekendheid bij gesprekken die het ras en kleur verleden en verzoening behelzen. Nee, de gemoederen lopen pas op als het om Sinterklaas gaat. Een oude klasgenote zei laatst tegen mij dat een aanpassing van Zwarte Piet’s kleur neerkomt op een ‘kosmetische kuur’. Daar heeft zij gelijk in. Als de Sint richting Spanje terugvaart, zijn de geschminkte en bebaarde figuren weer alledaagse mensen die met de kern van de zaak geconfronteerd (zouden moeten) worden. Het belang van deze zou misschien de meeste mensen niet ontgaan als het elke dag Sinterklaas was.